Ik moet langzamerhand maar eens spijkers met koppen gaan slaan, zegt de ergotherapeut, en een rolstoel bestellen. Ik ben nu vaak genoeg bij haar geweest om erover te praten. En bij Reda, niet te vergeten. Ik weet ongeveer wat ik wil hebben: een vast-framestoel, zo licht mogelijk, zodat ik hem makkelijk kan meenemen in mijn eigen eventuele toekomstige rode BMW, of in andermans vehikels. En natuurlijk zo mooi en cool mogelijk, zodat ik er misschien in de toekomst vrienden mee kan worden. Het traject, zegt de ergo (we doen alsof we nu pas van start gaan, terwijl ik volgens mij al in stap 7 zit), begint met een telefoontje naar de MO-zaak - de instantie die de gemeente adviseert over de aanvraag. Daarna moet ik een leverancier kiezen. Die hebben consulenten in dienst die me precies kunnen vertellen wat ik nodig heb, en afspraken maken met een producent.
De MO-zaak heette vroeger CIZ, het Centrum Indicatiestelling Zorg. Nou ja, ze zijn een afsplitsing van het CIZ, want dat blijft bestaan voor het AWBZ-gedeelte (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten) van wat je als zorgbehoevende mens nodig kunt hebben; de MO-zaak doet alles wat onder de WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning) valt. Kun je het nog volgen? Bij het CIZ ben ik in het verleden wel eens geweest, in een vroeg stadium van de ms en zelfs nog lang voor deze blog. Een groot en lelijk kantoor, herinner ik me, waar mensen zitten die bepalen hoe hulpbehoevend je bent en op welke ondersteuning je recht hebt. Er was toen iemand mee van Stichting MEE, een heel aardig iemand van deze verder behoorlijk onduidelijke stichting, die mijn belangen daar behartigde. Het zijn in elk geval allemaal clubs met logo's, mission statements en gelikte websites, die vertellen dat de cliënt bij hen centraal staat. Van uw en mijn belastingcenten, zeker.
Dit keer hoef ik niet langs, ik bel de MO-zaak alleen op. Ze vragen me dan van alles, aan de telefoon, eventueel vragen ze ook mijn dossiers op bij mijn behandelaar. En dan geven ze een advies - zo is het me tenminste verteld door de ergotherapeut. "Onze gespecialiseerde indicatieadviseurs zijn verpleegkundige, ergotherapeut, fysiotherapeut, bewegingstechnoloog of arts", staat op hun website. "Ze weten de weg in de WMO moeiteloos te vinden en zijn goed op de hoogte van de laatste ontwikkelingen, regelingen en wetgeving. Door de intensieve samenwerking met het CIZ beschikken zij over relevante kennis van de AWBZ."
Voorlopig krijg ik een doodnerveuze mevrouw W. aan de telefoon. "Ik werk vandaag voor het eerst op de telefonie Amsterdam, dus ik moet even kijken wat ik moet doen", zegt ze. Ik heb alle begrip en wacht beleefd, terwijl ik wat overspannen getik en geklik hoor. "Ik ga heel even rustig kijken hè, wat ik moet doen", zegt ze nog eens. Ja hoor, geen probleem.
"Nu zie ik dat ik bij een rolstoel.. verhuisvergoeding.. nee, even kijken." Haar stem wordt steeds hoger, ik wacht nog steeds rustig af. Ik heb een coulante bui. Ik wil een rolstoel aanvragen, help ik haar voorzichtig. Ik heb begrepen dat u me dan vragen moet stellen en een advies uitbrengen, voor de gemeente.
"Ik zie dat ik u iets moet toesturen.." begint ze opnieuw. "Nee, even kijken."
Het zou voor de hand liggen me langzamerhand te gaan ergeren, maar ik krijg vooral medelijden. "En nu loopt het systeem vast", zegt ze, gek genoeg berustend in plaats van in de paniek die volgens mij zou passen bij haar situatie. "U begrijpt dat wel."
Ik begrijp dat wel, ja, al is het alles bij elkaar een behoorlijk raadselachtig gesprek geworden. Ik word gauw teruggebeld, belooft ze me, door iemand met relevante kennis. Goed. We zullen zien.
