Een van de dingen die ons tijdens de tiendaagse cursus Duits-Nederlandse cultuur en journalistiek op het hart waren gedrukt: nooit dutzen. Duitsers schijnen hoffelijker te zijn dan Nederlanders, formeler ook, bedrijven functioneren hiërarchischer dan in Nederland. Pas als een hogergeplaatste uitdrukkelijk voorstelt elkaar met de voornaam aan te spreken, mag je ophouden met Sie en Ihnen. Of als je vaker dan vijf keer met elkaar naar bed bent geweest, maar dat is regionaal bepaald, geloof ik, en zeker geen voldoende voorwaarde voor tutoyeren.
Ik lette goed op, sprak zelfs de 19-jarige stagiair met u aan (die daar behoorlijk om moest giechelen) en na een halve dag mocht ik alle collega’s dutzen. De chef een dagje later, hij gaf me zelfs opnieuw een hand en zei dat hij Peter heette. Ze waren verbaasd over onze instructies – “hier im Osten machen wir das alles ein bisschen anders”.
Het zal wel net zoiets zijn als een inburgeringscursus, waar immigranten leren minstens een week van te voren een afspraak te maken met Nederlanders, en nooit om zes uur bij ze aan te bellen, omdat ze dan eten.
Wonderlijk vond ik wel, dat ik bij de LVZ geen e-mailadres kreeg, zodat ik de Pressesprecher van het museum waar ik een voorbezichtiging van een tentoonstelling wilde zien, mijn e-adres met xs4all.nl moest voorspellen. Een eigen e-adres kregen tijdelijke medewerkers nooit, zeiden ze, en ik ontvang dus ook niet de algemene mail met persberichten, openingen en wat niet al. Mijn vraag of een collega dan een mailtje van mij aan de rest van de redactie wilde doorsturen, waarin ik me voorstel en vertel wat ik hier twee maanden kom doen, stuitte op grote verwondering. Waarom zou ik dat willen doen? Waarom zouden anderen moeten weten dat ik hier ben?
Ik moet nog veel leren over hoe het im Osten gaat.
's Avonds echte, zelfgemaakte pizza gegeten met mijn huisgenoten in de WG, die verbijsterd waren over dit verhaal, me op het hart drukten dat het heel normaal is om me na drie dagen nog erg ongelukkig en misplaatst te voelen, en dat niet alle Duitsers zo oncommunicatief waren.
