Na lang beraad besloot ik vier maanden geleden mee te gaan naar Bali, met geliefde W., zoon F., halfbroer van zoon T. en twee ooms en een tante van hen (T., H. en S., voor de volledigheid). Ik zou niet meegaan bij het beklimmen van vulkanen, het bekijken van tempels en het winkelen in de dorpjes die vooral door Australische surfboys worden bezocht. Ik zou ook niet meegaan naar Java, waar de rest van het gezelschap een week zou doorbrengen. Maar ik zou mijn dagen doorbrengen onder een boom, boeken lezend en nasi etend. Dat leek me best aangenaam. Om naar een restaurantje één kilometer verderop te gaan zou ik een taxi kunnen nemen of een rickshaw, of hoe die dingen daar heten. Het zou een experiment zijn: reizen zonder te bewegen.
De afgelopen maanden ging het lopen eerder slechter dan beter en ik vroeg me vaak af of ik het wel moest doen, die reis. Ik kan heel moeilijk zelf uit de voeten en ik zou een groot deel van de tijd alleen zijn, en die combinatie maakte me enigszins zenuwachtig. Lange tijd dacht ik dat ik een week of een dag van tevoren nog best kon afzien van de trip, en lange tijd dacht ik bij vlagen dat ik dat ook zou doen.
Maar een week of wat geleden begon ik er zin in te krijgen. En nou ja, het was een experiment, met risico's en mogelijkheden. Zoals we met wildwaterkajakken onszelf en de ander altijd voorhielden: risico bestaat uit de kans dát iets gebeurt, plus de gevolgen áls het gebeurt. Hier zou het in het állerergste geval heel naar zijn, ik zou elke avond in mijn bed liggen huilen van eenzaamheid en ellende, eten van de roomservice en drinken uit de minibar tot ik weer naar huis zou vliegen. Kleine kans, beperkte gevolgen: dat zou ik aankunnen. En in het beste geval zou het heerlijk en prachtig zijn en vul maar in. Kortom: ik zou het gaan doen. De afgelopen week had ik al vrij en heb ik in heel rustig tempo wasjes gedraaid, mijn koffer gepakt, muggenspul gekocht en alles wat zoal nodig is. Ik was er helemaal klaar voor.
Vandaag, één dag voor we vliegen, kom ik erachter dat mijn paspoort nog minimaal een half jaar geldig moet zijn voor een verblijf in Indonesië, en dat het mijne maar tot 19 september geldig is. Daar heb ik nou totaal, maar dan ook totaal geen rekening mee gehouden, dat dat wel eens vereist zou kunnen zijn. Telefoontjes naar de KLM, naar Schiphol en de marechaussee: nee, dat is echt nodig, en ja, je kunt misschien in Amsterdam boarden maar dan houden ze je in Denpasar tegen en ben je een stuk verder van huis, en nee, Indonesië accepteert geen nooddocumenten, dus iets tijdelijks laten maken - wat in dit soort gevallen nog wel eens gebeurt - heeft ook geen zin. O ja, en nee, het ticket is helaas niet veranderbaar naar een andere datum.
Nu ik eindelijk heb besloten te gaan, wil ik ook absoluut gaan. Morgen sta ik om 8:30 bij het stadsdeelkantoor in Amsterdam-West en ga de dienstdoende beambte bidden en smeken om met hele grote spoed, in een paar uur, een paspoort voor me te maken. Als dat niet lukt, moet ik een nieuw ticket kopen, twee dagen later en vier uur langer vliegen, minstens één keer overstappen in Hongkong, Singapore of Londen, en daar ook nog eens *&#@(*$& veel geld voor neertellen.
Maar als het me lukt dit allemaal door te komen, is het verder alles op Bali een eitje. Dat dan weer wel.
