Mijn neuroloog belt me op, mijn eigen, van het OLVG. Dat ze op een congres was, en daar beide heren tegenkwam: de lange krullenbol van de VU waar ik geen directe sympathie voor voelde, en de neuroloog uit Rotterdam waar ik ooit was voor een second opinion, en onder wiens supervisie het Ocrelizumab-onderzoek in dat ziekenhuis uitgevoerd wordt. Ze had gevraagd naar het onderzoek, en naar mij in het bijzonder, en zo hoorde ze dat mijn contact bij de VU op een fiasco was uitgelopen.
Dat is een understatement, zeg ik, en ik vertel haar wat er gebeurd is. Jaah, zegt ze met een veelbetekenende uithaal, dat had ze al min of meer begrepen van de krullenbol. "Ik geloof dat ik niet erg aardig tegen hem geweest ben", grinnik ik. "Maar ik vond het ook echt niet kunnen, hoe ze me daar behandelden", verdedig ik me nog. "Neeeh", zegt ze, met dezelfde uithaal en ook grinnikend, "dat heb je hem héél duidelijk gemaakt. 'Mevrouw Cerutti was not amused', zei hij."
Nou, dat was ik ook niet, denk ik met lichte voldoening. "Maar ik ben wel beleefd tegen hem gebleven hoor", haast ik me nog te zeggen.
Daar maakt ze zich helemaal geen zorgen over. Maar, waar het om gaat, ik kan alsnog in Rotterdam terecht, want daar zijn ze inderdaad begonnen met het onderzoek. Ze gaan alleen over enkele weken geen nieuwe patiënten meer aannemen, dus als ik inderdaad besluit het daar te gaan doen, moet ik snel contact met hen opnemen. Ik heb ze net de dag ervoor gemaild, en een afspraak gemaakt om deze week een definitief besluit te nemen en een afspraak met ze te maken, dus dat zit in de pijplijn. "En", zegt mijn neuroloog, "ze willen de kosten voor een taxi op zich nemen, gewoon elke keer, van Amsterdam naar Rotterdam en terug. Dat behoort toch tot de reguliere kosten van het onderzoek."
Dat is goed nieuws; het scheelt een hele poule vrienden en familieleden inschakelen om mij heen en weer te rijden. Hoewel ex-geliefde M., die in Rotterdam werkt, een snelle auto heeft en me graag zegt te willen halen en brengen, er vooral nadelen in ziet - voor mij dan: "Toch jammer dat je je een dagje quality time met mij, elke twaalf weken nog wel, door de neus laat boren."
Wordt vervolgd - de komende vijfenhalf jaar, ijs en weder dienende.
