Als ik mijn rolkoffertje aan een van de handvatten haak en mijn handbagage op schoot houd, kan ik volgens mij prima uit de voeten. Om te oefenen rijd ik thuis wat rondjes in de woonkamer. Als ik niet te scherpe bochten maak en geen hoge drempels tegenkom gaat het best. En drempels zijn er niet al te veel op Schiphol.
Het is voor het eerst dat ik ga vliegen met Quickie maar zonder iemand anders erbij. En mijn systeem werkt prima: automatische draaideuren door, links en rechts zoeken naar de incheckbalie, door de paspoortcontrole, naar de gate. De veiligheidscontroles zijn serieus: dit is wel El Al waarmee ik ga vliegen. Ik word meerdere keren ondervraagd, mijn handbagage wordt met plastic handschoentjes uitgeplozen, Quickie wordt in een apart kamertje gestript. Bij de bagageband vragen allerlei medereizigers of ze me even kunnen helpen bij het van de band tillen van mijn koffer. Nou, graag, en nee hoor, verder lukt het prima. Je hangt hem hier aan, en dan rol ik zo weg. Ze lachen me toe en geven me de thumbs up: dit is heel goed, gewoon doorgaan met leven en reizen.
Vriendin M. lacht zich rot als ik op Ben Gurion zo met al mijn bagage aan kom rollen. Ze heeft haar auto pontificaal op een invalidenplek gezet, en wuift mijn opmerking dat je daar ook in Israël vast een speciale sticker voor nodig hebt, weg. Ze komt toch iemand met een rolstoel ophalen? Nou dan! Ik moet weer erg lachen als ik haar enorme auto met deuken en krassen zie, waar Quickie gemakkelijk in past.
We beginnen de volgende dag met de oude stad, die een paar duizend jaar oud is en niet erg ingesteld op rolstoelen. We wurmen ons met de auto een stukje de smalle straatjes in maar rijden al snel klem. Een Palestijnse man die aan een auto staat te klussen wijst op een héél klein plekje tussen twee paaltjes. Dat kost een extra deuk, maar we staan. Er blijken wel rolstoelers in Jeruzalem te zijn, maar we zien alleen hun sporen.
We rollen wat rond, bekijken de Klaagmuur, maar er zijn toch wel erg veel treden om de hele oude stad te verkennen. We houden een taxi aan die ons vast weer op een betere plek kan brengen, maar vriendin M. wordt heel boos als ze hoort welke prijs hij vraagt. 'Sixty shekel, are you crazy!? I live here, I know the prices in Jerusalem!' En ze stampt weg om een andere taxi te zoeken. 'Nou', grijnst hij ons achterna, terwijl hij naar de rolstoel knikt, 'dan neem je toch lekker de bus?'
We kijken elkaar verbaasd en giechelend aan. Dat iemand misbruik probeert te maken van het feit dat we die bus echt niet in komen, dat is weer iets nieuws. En best grappig.