De Palestijnse gebieden, dat is hoe dan ook weer een ander verhaal. Kilometerslang niemandsland met eindeloze hoeveelheden puin en troep langs de weg, dan een checkpoint met zoals op zoveel plaatsen militairen met machinegeweren. Wij kunnen met onze Nederlandse paspoorten en auto met grote sticker 'Foreign Press' in drie talen erop zo doorrijden, maar dat geldt niet voor veel anderen in de rij. De weg is nog redelijk goed, 'omdat die naar een paar Joodse nederzettingen gaat', legt vriendin M. uit. Dan gaat er meer belastinggeld heen namelijk.
In Ramallah stappen we uit en proberen wat rond te rollen. Dat is nog niet gemakkelijk: het verkeer is chaotisch, de straten zitten vol kuilen en op de stoepen zijn behalve gaten en butsen elke vijftien meter treetjes. Overal ligt zo veel troep en stenen dat ik het een wonder vind dat ik niet lek rijd.
Buiten dat is het geweldig. Ramallah is een naam die je uitsluitend hoort op het nieuws of leest in de krant in verband met rellen, opstand, problemen van allerlei aard. Je hoort nooit mensen zeggen dat ze er zulke leuke kleren hebben gekocht, zijn uitgegaan of een mooi museum hebben bezocht. Nu zijn we zo ver ook niet gekomen, maar dat het een drukke, levendige stad is waar mensen naar de markt gaan, hun kinderen naar school brengen en koffie drinken in de 'Stars & Bucks', hebben we in elk geval kunnen waarnemen.
De markt is een belevenis: stampvol, kleine paadjes tussen hoog opgestapelde bergen kolen, knoflook, sinaasappels, plastic vuilnisemmers en wat je verder zoal op markten vindt. Iedereen kijkt - rolstoelen zijn hier zeldzaam en zoiets als ik heb volslagen uniek. Kinderen staren zelfs met open mond en wijdopen ogen. Een jongetje van een jaar of vier draait zijn hoofd bijna van zijn nek als hij aan de hand van zijn vader langsloopt. Zijn ijsje houdt hij daardoor niet goed vast en hij botst ermee tegen iemand aan die daardoor alle kleverigheid op zijn kleren krijgt. Vader boos, andere volwassene boos, maar het jongetje haalt zijn ogen geen seconde van me af. Ik lach hem vriendelijk toe, en dan wordt hij weer meegetrokken. De volwassenen kijken ook, maar lachen er vaak bij, helpen me langs de obstakels en geven in het voorbijgaan klopjes op mijn schouder of de Quickie. 'Very beautiful!' Volgens vriendin M. zeggen ze dat om de haverklap, bij allerlei gelegenheden. Maar ik word er toch erg vrolijk van.
