Als mijn banden 8 bar lucht hebben, het weer niet al te slecht is en ik goede zin heb, kan ik best een stukje afleggen in mijn rolstoel. Ik ben een paar keer vanaf volkstuinpark Nut en Genoegen naar huis gerold, bijna veertig minuten aanpoten. Zeker als ze, zoals laatst, vers grind hebben gestort op de paden van het volkstuincomplex. Maar het is een mooie route, dwars door het Westerpark.
Ook ben ik laatst met de taxi naar de film in City gegaan en heb het hele eind terug gerold. Op de standplaats op het Leidseplein neem ik nooit een taxi; het is vaak enorm agressief gedoe daar en als je een stationcar wilt, en dat is toevallig de derde in de rij, kan dat niet en krijg je een hoop discussies. Ik rol dus meestal een stukje over de Marnixstraat en houd onderweg een taxi aan.
Maar het was een mooie nazomeravond, er kwam eerst geen lege taxi langs en als je eenmaal halverwege bent, denk je: nu is het niet zo ver meer. Dat was het uiteindelijk toch best, maar het was ook een lekker tochtje.
Ook van en naar het Centraal Station ben ik een paar keer gegaan, over de Westerdoksdijk is een nieuw fietspad aangelegd en dat rolt heerlijk. Alleen die hoosbuien af en toe, die zitten weleens in de weg.
In het Westerpark is langs het watertje een vrij lang hellend vlak, en dan moet je wel even kracht zetten. Af en toe stop ik even om op adem te komen, maar de beloning is groot als je daarna weer naar beneden mag. Rollen is net fietsen. Je krijgt er alleen enorme bovenarmen van terwijl je beenspieren een beetje raar achterblijven - precies het tegenovergestelde van wielrenners, die net omgekeerd uit de kluiten wassen. Ik kreeg een tijdje geleden voor mijn verjaardag een spijkerjackie van mijn broers en zussen, en ik moest het ruilen voor een grotere maat. Het paste op zich prima, maar mijn schouders wilden er absoluut niet in.
Bijna bij de top van het hellende vlak - ik sta nog net niet stil maar ga heel langzaam hoewel ik stevig kracht zet - word ik ingehaald door iemand in een scootmobiel. Hij houdt naast me in, zodat we een flink gedeelte van het fietspad innemen. 'Waarom neem je geen scootmobiel?' vraagt hij zonder me te groeten. 'Dat is handig hoor. En je krijgt hem gratis, je moet hem gewoon aanvragen bij de WMO. Heel makkelijk!' Ik kijk de man aan en glimlach vriendelijk. Hij ziet er een beetje voddig uit en weegt minstens 120 kilo. 'Het is best lekker om een beetje in beweging te zijn', antwoord ik.
Misschien is het niet waar, maar ik heb het gevoel dat mensen in scootmobielen heel vaak veel te zwaar zijn. Omgekeerd is het waarschijnlijk zo dat als je veel te zwaar bent, je je slecht kunt voortbewegen en een scootmobiel uitkomst kan bieden. En ze zijn kennelijk eenvoudig te verkrijgen, wat je van 30 kilo gewichtsverlies niet kunt zeggen.
Een ander nadeel lijkt mij, dat je een scootmobiel zelf óók weer 120 kilo weegt of zoiets, en dus niet zo makkelijk achter in een auto gaat, laat staan een taxi. En ze zijn lélijk! Geef mij maar mijn matzwarte Quickie met oranje gewrichtjes.
Hij geeft gas; ik knik hem nog eens toe terwijl ik de heuvel af race. Niet sneller, wel fijner.
(Voor de duidelijkheid: deze man komt dus niet voor in mijn verhaal.)