Met ons kleine filmclubje van drie man gaan we vanavond niet naar de bioscoop. Met kinderen en partners die ook weleens op pad willen, is dat niet altijd te doen, dus we houden ons filmavondje bij vriend J. Geen straf, want hij heeft een beamer en geluid over de speakers, en kan bovendien heel lekker koken, net als sommige van zijn kinderen.
We eten inderdaad heerlijk en kijken daarna de bloederigste film die ik in jaren heb gezien. Als we net hebben gezien hoe het lijk een auto in gesleept wordt maar ineens toch niet helemaal dood blijkt te zijn, waarna het lichaam nog min of meer levend begraven wordt, zetten we de film even op pauze en genieten van een prima koffie en een coupe dame blanche.
Vriend J. woont aan de andere kant van de stad en ik ga op een gegeven moment met de taxi weer naar huis. De chauffeur is er razendsnel en wacht geduldig tot ik van iedereen afscheid heb genomen en met rolstoel in zijn auto geklauterd ben.
Onderweg vraagt hij 'hoe lang ik last heb van dit probleem'. Hij heeft een accent dat ik helemaal niet thuis kan brengen. Zoiets vragen taxichauffeurs me om een of andere reden vaak; bij iemand in de auto zitten geeft waarschijnlijk toch een intimiteit waarin mensen vinden dat ze dit soort gesprekken kunnen voeren. Soms heb ik daar niet zo veel zin in, maar ik geef altijd braaf antwoord. Een jaar of acht, zeg ik, terwijl we de Hobbemakade op draaien, maar de rolstoel gebruik ik pas anderhalf jaar. Ik heb helaas een progressieve ziekte, zo een die alleen maar slechter wordt, niet beter.
Maar daar is hij het he-le-maal niet mee eens. Hij klikt afkeurend met zijn tong en schudt heftig zijn hoofd. 'Neehee', zegt hij. 'Altijd positief blijven hè.'
Het is een mantra dat je vaak hoort chanten, en waar ik meestal mijn schouders over ophaal. Soms is dat lastiger dan anders, afhankelijk van wie het zegt en op welke manier - taxichauffeurs zijn makkelijk, vrienden en familie moeilijker. Maar verbazen doet het me altijd. Wat denken mensen eigenlijk? Dat de ziekte niet erger wordt als je positief denkt? Of dat het minder hard gaat? Of dat het leven aangenamer is als je denkt dat er binnenkort een baanbrekend medicijn wordt uitgevonden? Terwijl je weet dat dat niet zo is?
Natuurlijk is het leven leuker als je vrolijk bent - een waarheid als een koe, ook zonder ziekte. Maar hoe word je vrolijk als je het even niet bent, dat is dan de vraag waar het om draait.
Misschien is het leven wel aangenamer als je gelooft in een wonder, of de hemel, of dat de ziekte je een boodschap brengt die het moeizame strompelen betekenis geeft. Maar geloof laat zich niet afdwingen, en ik geloof ook niet dat ik dat moet willen proberen.
De afstand die we vanavond afleggen is te kort om deze gedachtengang uit te diepen en alle kanten van de kwestie uitvoerig te belichten. Als we bij de Houtmankade stoppen, blijk ik te weinig geld bij me te hebben.
