Hemelvaartsdag en ook nog vrij, prachtig weer en een leuk, alternatief en kleinschalig festival om de hoek. HemeltjeLief op het NDSM-terrein in Noord schijnt leuk te zijn voor jong en oud en het pontje is vlakbij. Er zijn rare attracties gemaakt door kunstenaars, alternatieve knutselmogelijkheden ook voor kinderen, er is theater, bier, chillen in het gras en dj's. Het begint in de middag, gaat door in de avond en dan tot diep in de nacht. Naarmate het festival vordert, is er minder theater maar des te meer bier en dj's.
We gaan niet zo laat maar de pont is al stampvol. Het is dringen tussen alle fietsen en het lukt me maar net om te draaien en er weer af te rijden. Mijn scooter is fonkelnieuw en glanzend lichtblauw, heeft nog geen honderd kilometer op de teller en dan ben je altijd tuttig bang voor krasjes. Maar het gaat goed.
F. en W. fietsen voor me uit, het festivalterrein is niet ver. Maar toch wel ver voor mij. Ik parkeer mijn scooter dicht bij de ingang, waar het eigenlijk niet mag, tussen twee vrachtauto's die het terrein vast niet verlaten overdag. Er vormt zich al een rij voor de kaartjes, waar W. in gaat staan: 17 euro pp, kinderen gratis!! loeit de flyer enthousiast. Ja.
Vijftig meter lopen, dan even zitten op een strookje gras, tussen lege blikjes en uitgedrukte peuken. Na vijf minuten weer vijftig meter lopen, dan is een tamelijk definief uitziende hangplek bereikt, met gras, bankjes, bier en vrienden. We willen iets drinken maar daar blijk je weer muntjes voor nodig te hebben: tien voor 22 euro en weer een rij. W. gaat weer. We nemen een biologisch perensapje en schreeuwen in elkaars oor hoe het gaat. Er komen meer vrienden bij. F. gaat met vriend L. rondlopen, komt na een tijdje terug om te vertellen dat de attracties allemaal 'stom' zijn, 'voor kleine kinderen', maar dat een zakje snoep maar één muntje kost, en hoeveel snoep je daar wel voor krijgt.
We schreeuwen nog wat meer, er komt een andere dj, met reggae en vette Franse chansons op een dreunende beat. We nemen nog een perensapje. Mijn schouders beginnen lekker te verbranden.
Na een uurtje of twee houd ik het voor gezien. W. wandelt met me mee naar de uitgang, waar een volledig bemande EHBO-post staat met vier medewerkers die het nog erg rustig hebben. De ellende begint natuurlijk pas 's avonds. Eén man komt naar me toe rennen om te vragen of het wel gaat en of ik wat water nodig heb. Nee hoor, zeg ik met mijn stralendste glimlach, dat heb ik altijd. O, zegt hij, dan is het goed.
Een festival is niks meer voor mij. Te druk, te lawaaiig. We worden oud, constateren vriendin M. (ook uit 1972) en ik met weemoed. Maar ik vraag me af of ik dit vijf jaar geleden wél leuk had gevonden.
Ik laat de pont liggen en neem de IJ-tunnel terug naar huis. Heerlijk.