Vriendin A. vroeg hoe mijn vakantie in Californië was geweest, en hoe het er was gegaan. Daar bedoelen mensen dan meestal mee, hoe ik me voortbeweeg zonder te lopen, hoe het ms-wise is gegaan. Dus ik vertelde naar waarheid dat ik een erg leuke vakantie had gehad, dat Amerika natuurlijk een erg autovriendelijk land is, waar het ook zonder ms heel normaal is om vanaf je hotelkamer met de auto naar de ontbijtzaal vijftig meter verderop te rijden, en dat ik verder vaak met een boekje in de zon heb gezeten, terwijl de anderen een kleine hike gingen maken, rond het meer, of een spannende rots op. Slow life, best aangenaam.
"Maar als je het nou nog eens zou doen, zou je het dan weer zo doen? Of zou je er dan liever voor kiezen een rolstoel te nemen?"
Op de een of andere manier valt mijn mond altijd pas een dag later verbijsterd open, als iemand zo'n vraag stelt. Waar je alleen maar braaf op kunt antwoorden: "Nee, A., ik heb ervan geleerd, volgende keer zal ik een rolstoel meenemen". Of zeggen dat je het zo helemaal precies goed hebt gedaan, om dan later weer via drie schijven te horen dat Sofie het er toch wel heel moeilijk mee heeft, en dat het toch best een enorme drempel is, zo'n rolstoel. Op het moment zelf ratel ik maar wat weg.
Stom, stom, stom! Ik had mijn mond stijf dicht moeten houden! Of haar moeten vragen hoe zij haar leven zou leven, als ze het nog eens zou doen!
Ik weet niet of ik nog een keer in Californië kom, maar dat ik het dan niet weer zo doe, is zeker. Niets is een volgende keer hetzelfde. Ik leef mijn leven nu eenmaal zo en niet anders, of dat nou goed is of niet, en ik slecht drempels hoe ik ze denk dat ik ze het beste kan slechten. Of ik probeer er omheen te komen.
Maar ik geloof niet dat ik iemand een plezier had gedaan als ik die Lucky Luke-rots met een rolstoel was gaan beklimmen. Mezelf zeker niet.