De fysiotherapeut zit in de straat naast Camp Nou, in de wijk Les Corts. Las Corts, spreek je uit, maar als ik dan 'Las Corts' zeg, verbetert mijn lerares me: 'Nee, het is 'Las Corts'. Met een a die wat dichter bij de e ligt dan de a in bad, maar ook weer niet dat het echt een bed wordt. Ze schrijft het als een heuse schwa (É™), maar hij klinkt echt meer als een a dan ónze schwa (de 'stomme e' als in vader).
We vinden er ergens een metrohalte zonder doodshoofdje en wandelen / rollen er wat rond. Leuke buurt, wat meer een volkswijk natuurlijk dan onze enorme allee in het centrum, met grote woonblokken, Catalaanse vlaggen over de balkons en veel lampenwinkels. In de prachtige film 'Johan Primero' van Johan Kramer rijdt Barça-fan Johan Puig (naar zijn held Johan Neeskens) elke dag 50 rondjes om het stadion, in een oude 2CV geschilderd in het blaugrana van FC Barcelona. Om geluk af te dwingen voor zijn club. Hij komt steeds voorbij een pleintje waar een oudere man op een bankje zit en hem een wijsheid voor de dag meegeeft, als hij de hoek omgaat komt hij langs een jongetje dat in zijn eentje aan het voetballen is, en langs een vriend met een bar waar hij een kopje koffie krijgt.
Als we er rondlopen proberen we ons voor te stellen hoe Johan reed, maar in het echt ziet de wijk er toch weer wat anders uit dan in de film. Ik heb in New York ooit het sigarenwinkeltje van Harvey Keitel in 'Smoke' en 'Blue in the Face' gezocht én gevonden, in de film de vriendelijkste straathoek van Brooklyn, waar de sigarenwinkel het kloppende hart van de wijk is, waar iedereen langskomt om een praatje te maken en een doosje Schimmelpennincks te kopen. In werkelijkheid zat er een verzekeringskantoor en was dat ook ongeveer het meest opwindende wat er in de hele buurt te doen was.
Maar goed. Het stadion is dichtbij, woensdag is Barça-Ajax en hoewel Ajax afgelopen weekend al alle moeite had om PEC Zwolle voor te blijven (maar ja, we hebben het hier ook over de trotse koploper van de eredivisie) en we woensdag ongetwijfeld afgedroogd zullen worden, zou het natuurlijk toch leuk zijn om er heen te gaan.
Een vriendelijke jongen achter het loket leg ik uit wat ik wil: wedstrijd woensdag, rolstoel, kaartje voor mij en mijn zoon. Hij gaat even kijken. Ja, er zijn kaartjes, er is een speciaal vak voor rolstoelers, je koopt dan een kaartje en je 'helper' mag gratis mee. Dat gaat F. heel leuk vinden; het zijn ook nog prachtige plaatsen. Het enige probleem is dat we Nederlanders zijn. Voor een Champions League-wedstrijd zijn afspraken gemaakt met de UEFA, en mogen Nederlanders alleen via Nederlandse ticketbureaus het stadion in. Ik kijk naar mijn rolstoel, probeer er zo min mogelijk als een hooligan uit te zien, en zeg dat ik mijn tienjarig zoontje zo graag wil meenemen. En dat we hier wonen. Hij snapt het probleem en vindt het zelf ook een regel die je maar beter kunt negeren. Maar ja. Hij vertelt dat je via internet ook kaartjes kunt bestellen voor de rolstoelzone, en dat je daar geen identiteitsbewijs voor hoeft te overleggen. Denkt hij. Hij draait het scherm naar me toe en vertelt waar je allemaal op moet klikken. Hij wil me echt graag helpen. Als ik iemand meeneem met een ander dan een Nederlands paspoort, kan ik dan een kaartje kopen?, vraag ik nog, als laatste strohalm. Ja hoor, dat kan eigenlijk best. Goed, tot straks dan. Ik ga even ergens vrienden maken.
Een oudere Oostenrijkse man en zijn vrouw die eerder naast ons in de rij stonden en die zonder problemen tickets voor de wedstrijd kochten, klamp ik aan. Kaartjes, rolstoel, paspoort - ze lopen graag even mee. De man vraagt of ik het dan niet al te bont wil maken, als ik op zijn paspoort geregistreerd sta. De jongen achter het loket moet heel erg lachen als ik mijn nieuwe vrienden aan hem voorstel, maar hij kan me helaas niet helpen. Met een buitenlands paspoort kun je alleen kaartjes kopen voor deze zone op de dag van de wedstrijd. Hij put zich uit in verontschuldigingen, maar ik geloof onmiddellijk dat hij dat best verteld heeft maar dat ik hem niet goed begrepen had. Jammer. Ik bedank de Oostenrijkers, de koffie die ik ze aanbied slaan ze af. Straks toch de route via internet proberen.
De fysiotherapeut klopt, knijpt, wrijft en schudt wat aan mijn been. Iets met de pezen onder mijn rechterknie. Een veel voorkomende hardlopersblessure, zegt hij, die lappen we wel weer op. Hij gaat stevig aan de slag en ik krijg oefeningen mee. Het kan wel even duren, maar ik ben blij dat het niets ernstigs is.