Vandaag begroeven wij mijn vroegere docent, scriptiebegeleider en - in een vorig leven weliswaar, toen ik nog wetenschapper wilde worden - zeker ook mijn leermeester: historisch literatuurwetenschapper, achttiende-eeuwspecialist, uitgever en blogger André Hanou. Het was een loodgrijze maandag en begraafplaats Zorgvlied lag er koud en verlaten bij, met plassen op de grindpaden en nadruppelende bomen.
Het was een tijdje terug dat ik hem voor het laatst sprak, een of twee jaar geleden waarschijnlijk, via de mail. De kaart met zijn overlijdensbericht kwam voor mij heel onverwacht. Er stond iets van 'vergeefse strijd', 'enkele maanden' en 'onafwendbaar einde'. Kanker dus, daar kun je donder op zeggen.
Het was best een mooie bijeenkomst, hoewel er lang niet zo goed gesproken werd als André zelf bij een dergelijke gelegenheid zou hebben gedaan. Vóór me zat een man met een pak dat hij waarschijnlijk altijd aanhad bij een gelegenheid waarbij je een pak behoort te dragen. Grijze broek, donkerblauw jasje. Maar het meest fascinerend waren zijn zwarte sokken, waarop - toen hij ging zitten was het duidelijk te zien - grijze letters stonden. TRAO, stond er, of TRAC of TRAG - die vierde letter was maar gedeeltelijk te zien. TRAGIEK, dacht ik onmiddellijk, of TRACÉ. Maar het kon ook een afkorting zijn. Ik moest me inhouden om niet mijn telefoon uit mijn tas te halen en even te googlen. Therapeutic Recreation Association Oklahoma, als ik dat op dat moment had gezien, had ik een slappe lach waarschijnlijk niet kunnen inhouden.
Nou ja, dat soort dingen bedenk je dan, tijdens zulke gelegenheden, terwijl intussen de tranen uit je kop spatten omdat het zo zonde en jammer en treurig is. Ik herinnerde me een mondeling tentamen op zijn piepkleine kamertje op de universiteit, terwijl we eendrachtig rookten. Dat verbroederde enorm, hoewel ik dat tentamen niet zo heel goed deed, en hoewel het natuurlijk van geen kant deugde. Caballero zonder filter uit die vuil-oranje pakjes, hetzelfde merk als mijn vader rookte, en minstens zo veel per dag. Misschien was hij er niet op tijd mee opgehouden. Zou hij longkanker hebben gehad? Ik durfde er vandaag niemand naar te vragen. Het doet er ook niet erg toe.
De man met TRAC op zijn sokken bleek een van de sprekers te zijn, en toen hij na zijn praatje weer ging zitten, zag ik dat er TRACKING stond. Natuurlijk, tracking. Ook mooi. 'Goede reis', werd ook een paar keer gezegd. André zou de haren uit zijn hoofd hebben getrokken, als hij ze had gehad, en als hij niet al, &c.
Gelukkig had ik een stoel weten te bemachtigen, want de zaal was afgeladen vol en er moesten denk ik wel vijftig mensen staan. Er was ons op het hart gedrukt goed voor elkaar te zorgen en, alvorens te gaan zitten, om je heen te kijken of iemand anders die stoel niet nog harder nodig had. Dan heb ik toch altijd de neiging om hardop aan iedereen uit te leggen: ik heb ms hoor, ik zit hier niet omdat ik gezond ben.
De wandeling naar het graf liet ik maar even voor wat zij was. Te ver lopen. Toen ik achter de stoet aan de aula uit liep, stond daar een kraai naast een elektrisch wagentje, om mij eventueel naar het graf te rijden. Dat aanbod liet ik toch ook maar liever passeren. Dat is zoiets als hardop aan iedereen uitleggen dat je ms hebt en daar niet zit omdat je gezond bent.
En verder was het best gezellig, zoals zulke gelegenheden ook wel zijn. Koffie (duidelijk zonder cake), wijn, blokjes kaas. Ik kwam een horde mensen uit dat vorige leven tegen, met wie ik allemaal een gesprek voerde over 'hoe het nu met me ging'. Dat was enigszins eentonig. Maar toch: best gezellig. En de antwoorden op mijn wedervraag waren ook niet altijd even afwisselend.
