De Amerikaanse columniste Lenore Skenazy kreeg een paar jaar geleden half Amerika over zich heen toen ze haar negenjarige zoon alleen met de metro liet gaan. Met het lijntje dat ze altijd namen, van de mall naar huis of zo, gewapend met een kaart, wat geld en een metrotoken. Het ging allemaal prima en hij kwam trots en uitgelaten thuis. Tot ze er een column over schreef. Toen mocht ze op elke nationale tv-zender komen uitleggen waarom ze na zo'n volstrekt onverantwoorde daad niet uit de ouderlijke macht ontzet zou moeten worden.
Kinderen hebben recht op een beetje vrijheid, betoogde ze. Ze lopen veertig keer meer kans om door een auto-ongeluk om het leven te komen dan in handen van een vreemde, en dan is het niet logisch om je kind met de auto overal heen te brengen. Kinderen worden sterker, oppassender en zelfverzekerder als ze regelmatig alleen de deur uitgaan, en kunnen zich daardoor beter verweren als er iets mis gaat. Er gaat trouwens veel minder mis dan we denken, en ook minder dan vroeger - en je fietste toen je klein was zelf toch ook altijd naar school en zwemles? Free-Range Kids was geboren.
Natuurlijk vinden wij webcams op de kinderkamer en kniebeschermers voor peutertjes óók onzinnig, en willen we graag een zelfstandig vrije-uitloopkind. Dus we zijn met F. (7) druk bezig met oefenen: zelf naar school lopen, stukje fietsen, alleen van judoles naar de pizzabakkers, met een vriendje samen naar de film - als de ouders van het vriendje het goed vinden.
Maar onze eerste echte free range-expeditie was geen groot succes. F. mocht zelf melk en zijn favoriete klonterpap gaan halen bij de winkel om de hoek. Hoefde geen extreem drukke straten over te steken, had een beetje geld bij zich, kent de winkel, allemaal geen probleem. Maar op de terugweg werd hij door een of andere onverlaat vastgegrepen, onder het donkere viaduct waar hij inderdaad onderdoor moet. Maar waar het overdag toch behoorlijk licht is en altijd redelijk wat mensen langskomen.
Wat voor iemand dat was en wat er precies gebeurd is, werd niet helemaal duidelijk. Maar F. kwam rennend en huilend thuis en vertelde dit onduidelijke verhaal. Ging je niet schreeuwen, wilde ik weten. Dat wilde hij wel, maar de man had zijn hand over zijn mond gedaan, zei hij. Dan zinkt de moed je wel even in de schoenen, als vrije-uitloopopvoeder. De man was uiteindelijk heel hard weggerend, toen er een fietser aankwam, maar leuk was het niet - zeker ook niet voor de toch al doodongeruste ouders.
De volgende dag wilde F. met alle geweld toch zelf naar school lopen, onder hetzelfde viaduct door. Hij was heel trots dat het goed ging. En ik ook, eigenlijk, dat ik het nog durfde toestaan.