Het is alweer een tijdje geleden (ik had dan ook al een tijdje niet geblogd), maar ik ben voor het eerst van mijn leven in Londen geweest! Londen was (tot voor kort dus) de dichtst bij Amsterdam zijnde Europese hoofdstad waar ik nog nooit geweest was. Het kwam er niet van, en het kwam er wéér niet van, en op een gegeven moment wordt de drempel, zoals met zo veel dingen, steeds hoger. Klein is de stad natuurlijk niet, en ik vond dus dat ik minstens een week zou moeten nemen voor een eerste indruk. Een paar dagen, dat leek me niks. Dan komt het er ook niet sneller van. Bovendien ben je in Londen bij het eenvoudigste truckerscafé met een biertje en fish and chips twintig pond verder; dat hield me ook weleens tegen.
Toen ik steeds slechter ter been werd, werd het nog weer moeilijker, want Londen is als gezegd niet klein, en sowieso kun je nooit een nieuwe stad ontdekken zonder minstens tien kilometer per dag te lopen. Goede vriendin A. woonde in die tijd twee jaar in Londen en ik heb haar niet één keer opgezocht. Erg vond ik dat! Maar de trap naar haar kamer en het openbaar vervoer erheen zag ik als een onneembare horde. Dus het kwam er weer eens niet van, al had ze zeker geweten waar je voor vijf pond een prima maaltijd krijgt.
Maar nu had ik dus moed verzameld en ben gegaan, gewoon een paar dagen. Geweldige stad. Rommelig, druk, ruig, excentriek, prachtig, lelijk, alles vlak bij elkaar.
Een eenvoudige rolstoelstad is het overigens niet. Nu vergeef je oude steden wel dat ze niet overal liftjes, gladde vloeren en hellingbanen hebben, maar afzien was het soms wel. Bikkelen en duwen, stoeprandjes, vals plat, trappetjes en treetjes in restaurants en cafés.
Maar we hebben bij een van de restaurants van Ottolenghi gegeten, waar ik keurig met een soort goederenlift naar beneden en daarna door de spoelkeuken geleid werd, op weg naar een enigszins toegankelijke wc. En we hebben ook een fijn vrachtwagencafé gevonden waar we prima fish and chips hebben gegeten.
Een struikelblok waren de beroemde black cabs. Die zijn ruim en aangenaam als je met veel mensen tegelijk ergens heen wilt. Maar voor mij was het nauwelijks te doen er in te klauteren, en dan moest ik mijn rolstoel ongeveer op schoot nemen. We hebben ons aangemeld voor Uber, dat ging vaak een stuk makkelijker.
In het Tate Modern zag ik de leukste tekst om aan te geven dat je mensen met wielen voorrang moet geven bij de lift die ik ooit zag. Maar het rode touwtje dat voor noodgevallen in de wc-ruimte hangt, en dat vrij moet hangen voor als je op de grond gevallen bent en niet meer zelfstandig overeind kunt komen, daar was voor het gemak een soort dubbele knoop in gelegd. Ach, je kunt niet alles hebben.
Nu is de dichtst bij Amsterdam zijnde Europese hoofdstad waar ik nog nooit geweest ben Wenen. Denk ik. Of Oslo. Weet iemand hoe het op vier wielen in Wenen of Oslo is?
